Een Joodse priester/Official staat daar, met enkele helpers, en het potentiële slachtoffer, Matthias. Een grote menigte kijkt toe, net als een paar Romeinse soldaten om de orde te houden. De menigte bestaat voor het grootste gedeelte uit vrouwen, met opplakbaarden.

Priester: Matthias, zoon van Deuteronomy of Gath …

Matthias (tot de helpers): zeg ik “Ja”?

Priester’s Helper: Ja.

Matthias: Ja.

Priester: U bent door de oudsten van de stad schuldig bevonden aan het uitspreken van de naam van onze Heer en dus als een godslasteraar zal je gestenigd worden tot de dood.

Matthias: Kijk, ik had een heerlijk avondmaal gehad en het enige dat ik tegen mijn vrouw zei was: “Dat stuk vlees was goed genoeg voor Jehova!

Priester: Blasfemie! Hij heeft het opnieuw gezegd.

Dames: Ja, dat deed hij.

Priester: Heb je hem gehoord?

Publiek (met hoge stemmen): Ja, dat hebben we…

Priester: (wantrouwend) Zijn er hier vandaag vrouwen?
De vrouwen schudden allen hun hoofd.

Priester: Heel goed, op grond van de autoriteit die aan mij is toegekend …

Een van de vrouwen gooit een steen en het raakt Matthias.

Matthias: Ow. Stop!. We zijn nog niet begonnen.

Priester: Kom op, wie gooide dat?

(Stilte.)

Wie gooide die steen? Kom op.

Vrouwen (wijzen naar de schuldige en met hoge stemmen): Zij deed het!

Vervolgens met lage stemmen: Hij deed het! Hij. Hem.

De schuldige: (zeer diepe stem) Sorry, ik dacht dat we begonnen waren.

Priester: Ga naar de achterkant.

De schuldige gaat teleurgesteld terug.

Priester: Er is er altijd één, niet? Waar waren we? …

Matthias: Kijk. Ik denk niet dat het godslastering zou moeten zijn,  gewoon “Jehovah!” zeggen

(Sensatie !!!! Beroering onder de vrouwen)

Vrouwen: (hoge stemmen) Hij zei het nog een keer.

(lage stemmen) Hij zei het nog een keer.

Official: (tegen Matthias) Je maakt het alleen maar erger voor jezelf.
Matthias: Maakt het nog erger? Hoe kan het erger zijn? Jehovah, Jehovah, Jehovah.

Geweldige sensatie onder het publiek!!!!!!

Priester: Ik waarschuw je. Als je nogmaals “Jehova” zegt …

Hij realiseert zijn fout en klapt zijn hand voor zijn mond. Een steen raakt hem aan de zijkant van het hoofd.

Hij reageert: Ok! Wie gooide dat?

Dames: (hoge stemmen) Zij was het.

(lage stemmen) Hij was het. Hij was het.

Priester: Was jij het?

De schuldige: Ja.

Priester: Oké.

De schuldige: Nou, je hebt wel ‘Jehovah’ gezegd.

De menigte gooit stenen naar haar.

Priester: Stop dat. Stop ermee, stop daar maar mee. Nu kijk, niemand gooit stenen iedereen totdat ik deze fluit blaas. * Even * … en ik wil maak dit absoluut duidelijk … * zelfs * als zij * “Jehovah” zeggen.

Priester wordt gestenigd.