Ten eerste zoek je naar een groep binnen de samenleving, of een domein waarbinnen verschillende groepen zich bewegen. Het zou bijvoorbeeld rijkdom kunnen zijn, of het psychologisch welbevinden binnen een organisatie of sociale laag, of de kracht en behendigheid van schoolkinderen in een bepaalde sport.
Ten tweede merk je op dat er doorlopend een vorm van succes bestaat. Sommige mensen zijn rijker of gelukkiger dan anderen. En sommige kinderen kunnen nu eenmaal beter voetballen dan andere kinderen.
Ten derde zet je degenen die het beter doen neer als onderdrukkers van degenen die het slechter doen.
Ten vierde verklaar je je solidair met de zgn. onderdrukten en toon je je vijandschap tegenover de onderdrukkers, die nu makkelijke doelen worden van je wrok en haat.
Je hebt nu je morele superioriteit gevestigd, en dat kun je naar believen uitbaten en eventueel zelfs te gelde maken.